De spoorbreedte is niet hetzelfde als de sporing.
Spoorbreedte kan je gewoon met een rolmaat afstellen.
Sporing met een rolmaat, uitlijnschijven of een laser uitlijnsetje.
Je kan ook zonder uitlijnschijven de sporing afstellen, alleen gaat dat minder precies.
Het kan bijvoorbeeld door een krijtstreep op de banden te zetten en die afstand (tussen de krijtstreepjes van band tot band) op te meten terwijl ze naar de acherkant van de kart wijzen, en vervolgens de wielen naar voren te draaien zodat de streepjes naar de voorkant van de kart wijzen, en dan nog een keer de afstand meten. Zijn beide afstanden hetzelfde staat de sporing neutraal, is de afstand aan de voorkant groter heb je uitspoor, en is de afstand achter groter heb je toespoor. Door de beide afstanden van elkaar af te trekken weet je om hoeveel toe of uitspoor het gaat. Sommige mensen gebruiken ook de putjes in de banden ipv krijtstreepjes hiervoor.
De procedure kan je heel gemakkelijk oefenen trouwens, bij de achterwielen, meet je daar toe of uitspoor zal je of nauwkeuriger moeten meten, of iets aan je kart moeten vervangen
